‘Wat moeten wij, hoogleraren, doen?
Dit jaar is het 80 jaar geleden dat jurist en rechtsfilosoof Ben Telders stierf in Bergen-Belsen. Telders liet een indrukwekkend oeuvre na, samengebracht in een verzameld werk van meer dan 2000 pagina’s. Tegelijkertijd was Telders de spil van een groep uitzonderlijk moedige juristen en academici aan de Universiteit Leiden in de jaren dertig en veertig. Samen wisten zij tot betekenisvol verzet te komen tegenover de pogingen van de Duitse bezetter om de universiteit zijn wil op te leggen.
In dit artikel in het Nederlands Juristenblad analyseert leerstoelhouder Rijpkema het belang van twee ingrediënten van dat verzet die Kees Schuyt reeds aanwees in zijn Cleveringa-biografie: 1) hun groepsdynamiek en 2) hun gedeelde juridisch-morele kompas. Andere voorbeelden uit de bezetting - de Hoge Raad, de rol van topambtenaren en de houding van de Nederlandse Economische Hogeschool (nu de Erasmus Universiteit) - onderstrepen het belang van de groep en van een ‘morele gemeenschap’. Het juridisch-morele kompas dat aan de Rechtenfaculteit gedeeld werd, blijkt in Leiden diepe wortels te hebben.
Het artikel verscheen in NJB nr. 15 en de pdf is hier te vinden. Een gesproken versie van de tekst werd door Rijpkema uitgesproken tijdens het herdenkingssymposium rond Telders’ 80e sterfdag in Leiden, georganiseerd door Volkenrechtelijk Dispuut ‘Prof. mr. B.M. Telders’.
Op de foto zijn Leidse juridische hoogleraren in 1938 te zien. Zittend van links naar rechts: Cleveringa, Van Oven, Van Blom, Meijers, De Blécourt, Kranenburg, Boeke. Staand van links naar rechts: Idema, Telders, Van Bemmelen, Duijfjes, Holleman, Schrieke. © AHM/UBL, met dank aan Corrie van Maris en Kees Schuyt